Wettelijk kader
Op deze pagina staat een overzicht van relevante wetgeving rondom de terugvoerplicht. Alle relevante links en verwijzingen naar de betreffende (wet)teksten staan bij de alinea of onderaan deze pagina.
Europese rechtsbron
De terugvoerverplichting - inclusief de verplichting voor EU-lidstaten om de hiermee gepaard gaande kosten te verhalen op de vervoerder - vloeit voort uit Europese regelgeving: artikel 26 van de Schengen Uitvoeringsovereenkomst (SUO) gelezen in samenhang met Richtlijn 2001/51/EG, artikel 3.
Nationale rechtsbron
In september 2004 heeft Nederland de Europese regelgeving in nationale regelgeving geïmplementeerd. Deze regelgeving is terug te vinden in artikel 5 van de Vreemdelingenwet 2000 en artikel 65 van de Vreemdelingenwet 2000, artikel 6.2 en 6.3 van het Vreemdelingenbesluit 2000 en verder in hoofdstuk A1/9 van de Vreemdelingencirculaire 2000.
Het onderwerp ‘kosten verhalen vervoerder’ in de zin van artikel 3 Richtlijn 2001/51 dient te worden onderscheiden van de zogenaamde zorgplicht van artikel 4, eerste lid van de Vreemdelingenwet. Omdat de vervoerder de grensgeweigerde heeft aangevoerd, is hij verantwoordelijk voor de vreemdeling. Als de Nederlandse staat kosten maakt voor deze vreemdeling, kan de overheid deze op de vervoerder verhalen. Dit vloeit voort uit een risicoaansprakelijkheid van de vervoerder. Verwijtbaar handelen of nalaten vormt hierbij géén criterium. Bij deze zogenaamde artikel 4 zaken gaat het juist wel om verwijtbaarheid en/of nalatigheid van de vervoerder. Bij artikel 4 zaken geldt dan ook een boeteregeling (artikel 4 Vreemdelingenwet gelezen in samenhang met artikel 108 van de Vreemdelingenwet).
Annex 9 behorend bij Verdrag van Chicago
Naast de hier bovengenoemde rechtsbronnen heeft ook de International Civil Aviation Organization (ICAO), een gespecialiseerde organisatie van de Verenigde Naties, regels opgesteld die betrekking hebben op het terugvervoeren van vreemdelingen door luchtvaartmaatschappijen. De regels zijn terug te vinden in Annex 9, hoofdstuk 5 behorend bij het Verdrag inzake de internationale burgerluchtvaart (Verdrag van Chicago). Voor zover deze regels niet in strijd zijn met de Europese regelgeving – en Nederland geen voorbehoud heeft gemaakt met betrekking tot de werking hiervan – zijn deze bepalingen ook van toepassing in de Nederlandse situatie. De guiding letter en covering letter, door de Koninklijke Marechaussee gebruikt om het terugvoeren van toegangsgeweigerde vreemdelingen te faciliteren, komen ook uit Annex 9 van het Verdrag van Chicago.
Zoals voorgeschreven in de artikelen 5.5, 5.6 en 5.7 van Annex 9 van het Verdrag van Chicago wordt, aan de luchtvaartmaatschappij een removal order uitgereikt wanneer deze een persoon heeft vervoerd die de toegang is geweigerd. De removal order wordt vergezeld van een guiding letter (als deze persoon niet in het bezit is van een reisdocument) of een covering letter (als hij in het bezit was van valse documenten). Deze documenten dienen door het land van bestemming te worden aanvaard als geldig reisdocument. De guiding letter en covering letter worden opgemaakt door de Koninklijke Marechaussee.
Nationale uitwerking wet- en regelgeving
In hoofdstuk A1/9 van de Vreemdelingencirculaire 2000 is (onder het kopje ‘terugvoerplicht’) een nadere uitwerking gegeven van de terugvoerverplichting. De tarievenlijst is terug te vinden in bijlage 22 van het Voorschrift Vreemdelingen. Hierin is per kostenpost aangegeven welke tarieven gehanteerd worden voor het verhalen van de kosten. De tarieven in de tarievenlijst kunnen periodiek opnieuw worden vastgesteld.