Slachtoffers mensenhandel
Iedereen kan slachtoffer worden van mensenhandel: zowel volwassenen als kinderen, zowel mannen als vrouwen. Volwassenen zijn slachtoffer van mensenhandel als zij niet vrijwillig meewerken met de dader. Minderjarigen die wel vrijwillig meewerken worden door de overheid ook als slachtoffer gezien.
Over het algemeen is van een vreemdeling al vóór hij met de Dienst Terugkeer en Vertrek (DTenV) in aanraking komt duidelijk of hij slachtoffer is van mensenhandel. Dat neemt niet weg dat de regievoerder altijd alert blijft op signalen van de betrokken vreemdeling, of van derden, waaruit zou kunnen blijken dat de vreemdeling slachtoffer is van mensenhandel.
Slachtoffers die meewerken aan de strafrechtelijke vervolging van daders kunnen een tijdelijke verblijfsvergunning krijgen voor de duur van het strafrechtelijk onderzoek. Zodra het Openbaar Ministerie de strafzaak seponeert vervalt het verblijfsrecht en moet het slachtoffer Nederland verlaten.
Ondersteuning
De Internationale Organisatie voor Migratie (IOM) biedt ondersteuning aan slachtoffers van mensenhandel die willen terugkeren naar hun land van herkomst. Een vliegticket en ondersteuningsbijdrage zijn echter niet altijd voldoende om aan de hulpvraag van slachtoffers te voldoen. Afhankelijk van de concrete hulpvraag en de voorzieningen die in het land van herkomst aanwezig zijn, kan IOM individuele bemiddeling bieden. Hierbij kan het gaan om tijdelijke opvang en om hulp bij de herintegratie in het land van herkomst.
Naast de IOM zijn er ook andere (lokale) organisaties in Nederland die slachtoffers ondersteunen bij hun terugkeer. Zie voor meer informatie Hulp bij herintegratie door IOM of een ngo | Ondersteuning bij terugkeer | Dienst Terugkeer en Vertrek en het European Union Reintegration Programme.