Detentiecentrum

Als er een risico is dat een vreemdeling van wie de uitzetting wordt voorbereid zich aan het toezicht onttrekt, kan hij in bewaring worden gesteld. De vreemdeling wordt dan overgebracht naar een detentiecentrum. Doel is de vreemdeling beschikbaar te houden voor vertrek.

Het verblijf in een detentiecentrum heet vreemdelingenbewaring. Vreemdelingen die in detentie zitten, vallen niet onder het strafrecht, maar onder het bestuursrecht, namelijk de Vreemdelingenwet 2000. Bij vreemdelingenbewaring gaat het dus niet om vreemdelingen die een straf uitzitten, maar om personen die er verblijven naar aanleiding van een bestuurlijke maatregel.

Het doel van de bewaring is de vreemdeling beschikbaar te houden voor vertrek. Medewerkers van DT&V begeleiden de vreemdelingen in vreemdelingenbewaring in het proces van terugkeer naar het land van herkomst.

Beperkte bewegingsvrijheid

Een vreemdeling kan een detentiecentrum niet verlaten, in tegenstelling tot de vrijheidsbeperkende locatie. Intern wordt wel veel bewegingsvrijheid geboden. De vreemdeling kan bijvoorbeeld vrij telefoneren, naar buiten, bezoek ontvangen, gebruik maken van geestelijke verzorging, een bibliotheek en van sport- en recreatiemogelijkheden. Buiten de activiteiten verblijven de vreemdelingen op een gemeenschappelijke verblijfsruimte of afdeling.

Het vertrek

Kort voor gedwongen vertrek uit Nederland worden de laatste handelingen en checks voor het realiseren van het daadwerkelijk vertrek van een vreemdeling uitgevoerd. Zo wordt onder meer gecontroleerd of de juiste (reis)documenten aanwezig zijn, of er geen relevante vreemdelingenprocedures meer openstaan en of de benodigde medicatie aanwezig is. Voor gezinnen en alleenstaande minderjarigen geldt een maximale verblijfsduur in vreemdelingenbewaring van veertien dagen.