Calamiteiten en incidenten

Calamiteiten en  incidenten, zoals een dreiging van of poging tot suïcide, zelfdestructieve acties en honger- en/of dorststakingen, dienen altijd gemeld te worden aan het Ketenbreed Calamiteitenteam (KCT).

Vier intensiteitsniveaus

Het KCT bestaat uit medewerkers van de IND, het COA en de DT&V en heeft als doel calamiteiten te voorkomen en de situatie te de-escaleren. Adequate informatie-uitwisseling is hierbij essentieel. 
De medewerker van het KCT beoordeelt de melding op intensiteitsniveau en zet zo nodig direct acties uit. Er worden vier intensiteitsniveaus onderscheiden:

  1. De vreemdeling geeft signalen af, bijvoorbeeld door lichaamstaal, waaruit blijkt dat er wellicht een risico is op het ontstaan van een calamiteit
  2. Uit een mondelinge of schriftelijke mededeling van de vreemdeling of zijn gemachtigde blijkt een risico op een calamiteit
  3. De vreemdeling heeft bepaalde handelingen verricht, die wijzen op een serieus risico op een calamiteit
  4. De vreemdeling heeft handelingen verricht waardoor een calamiteit is ontstaan - bijvoorbeeld een suïcidepoging - waardoor onmiddellijk actie nodig is.

Bij meldingen die vallen onder intensiteitsniveau 1 en 2 volgt in principe geen interventie. Bij intensiteitsniveau 3 en 4 onderneemt het KCT na onderlinge afstemming direct actie. Het KCT is hiervoor gemandateerd. Het KCT treedt niet in de verantwoordelijkheid van de staande organisaties. De COA locatiemanager blijft verantwoordelijk voor de leefbaarheid en veiligheid op de COA-locatie. Dat geldt eveneens voor de inrichtingsdirecteur van de DJI-locatie.

Handelwijze bij calamiteiten

Bij calamiteiten worden achtereenvolgens de volgende stappen gezet: 

  1. Melding aan de mailbox van het KCT via Bureau Veiligheid COA
  2. Het KCT neemt contact op met melder en verzamelt aan de hand van een aantal vragen informatie over de melding. Aan de hand van deze informatie bepaalt het KCT het intensiteitsniveau van de melding en of inzet van het KCT noodzakelijk is.
  3. Als daadwerkelijk inzet van het KCT nodig is, stemt de medewerker van het KCT de inzet af met de vragende partij. Tot aan de beëindiging van de inzet van het KCT hebben de leden van het KCT voortdurend contact met de vrager vanuit de keten (COA, DT&V, IND of DJI). De inspanningen van het KCT zijn gericht op het stabiliseren of beëindigen van de (dreigende) calamiteit. De zaakverantwoordelijk medewerker (casemanager) blijft verantwoordelijk voor de inhoudelijke contacten. De casemanager bepaalt na afstemming met het KCT de verdere behandeling van de zaak. Het KCT blijft de zaak in overleg met de casemanager monitoren totdat de situatie weer rustig is. 
  4. Het KCT sluit een melding af wanneer de situatie rustig en onder controle is binnen de keten.

Zie voor spoedeisende zaken na werktijd ook de Piketlijn van de DT&V.

Communicatie

Bij vreemdelinggebonden incidenten, publicitair gevoelige zaken of calamiteiten, is iedere deelnemer van het Lokaal Ketenoverleg verantwoordelijk voor de informatievoorziening in de eigen lijn. DT&V-medewerkers die door de media benaderd worden, verwijzen de media door naar de persvoorlichter van de directie Communicatie van het ministerie van Veiligheid en Justitie; COA-medewerkers verwijzen door naar de COA-woordvoerder en medewerkers van de Politie verwijzen naar de afdeling Communicatie van de betreffende eenheid. Het lijnmanagement wordt op voorhand geïnformeerd over dit contact met de media.