Beëindigen voorzieningen en ontruiming

Het is aan het COA om de rechtmatigheid van de verstrekkingen te checken en de opvang stop te zetten wanneer de vreemdeling daar geen recht meer op heeft. Het stopzetten van de verstrekkingen en beëindiging van de opvang vloeit rechtstreeks voort uit de afwijzende beschikking ex artikel 45 Vreemdelingenwet 2000. De opvang eindigt daarom van rechtswege. 

Beëindiging van de verstrekkingen wordt besproken in het Lokaal Ketenoverleg. Het beëindigen van de verstrekkingen vanwege vrijwillig vertrek of overplaatsing naar de VBL heeft de voorkeur. Als de vreemdeling niet uit zichzelf vertrekt en gedwongen vertrek niet is te realiseren, kan overgegaan worden tot ontruiming. Beëindiging van de verstrekkingen aan een gezin met een minderjarig kind dient altijd getoetst te worden aan het arrest Ferreira (zie ‘gezinslocatie’)
Het COA moet bij de beëindiging voldoen aan een aantal voorwaarden, waaronder het aangeven van de termijn waarna de woonruimte ontruimd moet zijn. 
 

Ontruiming

Als een bewoner de opvangvoorziening niet zelfstandig wil verlaten, kan een ontruiming van de woonruimte door AVIM volgen. Hiertoe is de Politie op grond van artikel 45 van de Vw2000 bevoegd (en daarmee verantwoordelijk voor). Het COA heeft geen bevoegdheid om te ontruimen. Het is dus zaak dat de Politie en het COA hierover (lokale) werkafspraken maken. 
Het COA informeert de Politie over de naderende stopzetting van de verstrekkingen en verzoekt de Politie een datum voor ontruiming te bepalen. 
Vanuit de verantwoordelijkheid voor de leefbaarheid, veiligheid en beheersbaarheid op de locatie blijft het COA (financiële) voorzieningen verstrekken totdat de vreemdeling blijkt te zijn vertrokken of daadwerkelijk ontruimd is.