Sinds juli 280 Dublinoverdrachten

Nederland is vanaf 1 juli 2020 weer gestart met het overdragen van asielzoekers aan het land dat verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Vanaf de hervatting op 1 juli tot en met 13 september 2020 hebben circa 280 zogenaamde Dublinoverdrachten plaatsgevonden, waarvan circa 140 gedwongen.
 

Het aantal overdrachten is daarmee hoger dan in aanloop naar de hervatting werd verwacht. De verwachting was dat in de beginperiode slechts enkele tientallen van deze overdrachten zouden kunnen plaatsvinden. Dat schrijft staatssecretaris Broekers-Knol in een brief aan de Tweede Kamer over de gevolgen van de COVID-19-pandemie voor het migratiebeleid.
Tegelijkertijd zit het aantal overdrachten nog niet op het niveau van vóór de COVID-19-crisis, blijkt uit cijfers van de Dienst Terugkeer en Vertrek (DT&V). In dezelfde periode vorig jaar vonden nog circa 480 overdrachten plaats. Dit heeft onder andere te maken met de nog van kracht zijnde reisbeperkingen en additionele voorwaarden die enkele lidstaten stellen aan de overdracht. Met aandacht voor de beperkingen, is de inzet de komende periode gericht op het realiseren van zo veel mogelijk Dublinoverdrachten.
 

Wat zijn Dublinoverdrachten?

 Op grond van de Dublinverordening wordt bepaald welk Europees land verantwoordelijk is voor de behandeling van een asielaanvraag. Meestal is dit het land waar de asielzoeker het gebied van de Dublin-lidstaten als eerste is ingereisd, of waar de vreemdeling zijn eerste asielaanvraag heeft ingediend. Maar het kan ook zijn dat een ander land verantwoordelijk is omdat er gezins- of familieleden wonen die al een verblijfsvergunning hebben.
Indien een ander land verantwoordelijk is voor een in Nederland verblijvende asielzoeker, dan wordt gewerkt aan de overdracht van betrokkene naar dat land. Andersom kan Nederland ook verantwoordelijk zijn voor een elders in Europa verblijvende asielzoeker. In dat geval is er sprake van een inkomende Dublinoverdracht. Met het vaststellen van de verantwoordelijke lidstaat voor het asielverzoek en het overdragen van betreffende asielzoekers naar deze lidstaat, wordt secundaire migratie binnen Europa voorkomen.